Roeien

Van 1986 tot 1991 was Loes Meerman als Sport Technisch Kader adviseur werkzaam voor de Amsterdamse Roeibond (ARB) en later voor de Koninklijke Nederlandse Roeibond (KNRB). Als STK-adviseur gaf zij vele cursussen voor instructeurs op de bij de ARB aangesloten verenigingen.
In 2016 heeft Loes Meerman op verzoek het geven van deze cursussen weer opgepakt.

Waarom een cursus?

Een STK-adviseur ondersteunt het Sport Technisch Kader (= de instructeurs) van een vereniging. Door middel van een cursus voor roeiïnstructeurs gaat het kennis- en vaardigheidsniveau van de instructeurs omhoog met als resultaat
– minder schades, minder blessures
– professionalisering van de instructie
– behoud van leden

Basis Instructie Cursus

12 lesuren, verdeeld over 2 dagen van 6 lesuren. Met pauzes duurt een lesdag van 10.00 tot 17.00 uur.
Theorie en praktijk wisselen elkaar af. Het theoriegedeelte is zeker niet droog, maar zeer afwisselend, met doe-, schrijf- en tekenopdrachten.
De theorie omvat observeren, roeitechniek, roeifouten, foutenanalyse en didactiek.
De praktijk omvat eigen vaardigheid roeien (met video-analyse) en eigen vaardigheid instructie geven (cursisten geven onderling instructie).
Cursisten ontvangen een goed gevulde reader.

Gevorderden Instructie Cursus

9 lesuren, verdeeld over een dag van 6 en een dag van 3 lesuren. Theorie en praktijk wisselen elkaar af.
Theorie: in vogelvlucht nemen we de theorie van de BIC nog een keer door en verdiepen we ons er meer in.
Praktijk: wederom roeien eigen vaardigheid met video-analyse en onderlinge instructie.
Er wordt meer zelfstandigheid van de cursisten verwacht bij observeren en analyseren. Het instructie geven gaat niet meer op basis van een huiswerkopdracht, maar de cursist ontwerpt zelf een les, toegespitst op het roeiniveau van een medecursist.
Cursisten ontvangen aanvulling van de reader.

Dag op maat
Een (halve) cursusdag op maat kan natuurlijk ook. In overleg wordt het programma samengesteld.

Kosten

Op aanvraag.
De kosten hangen af van de reisafstand naar de vereniging, het aantal cursisten en de lesdag (door de week of weekend). Maximum aantal deelnemers voor de basiscursus is negen. 
Verenigingen kunnen samenwerken om tot een optimaal aantal deelnemers te komen.